Kabels installeren (X5 WF HD200)

Sluit de tussenkabel eerst aan op de draadaanvoerunit en vervolgens op de stroombron. Zie X5 draadaanvoerunit HD200 voor de beschrijvingen van de stekkers en hun locaties.

Tussenkabel aansluiten op de draadaanvoerunit

1. Sluit de laskabel aan op de draadaanvoer. Druk de kabel zo ver mogelijk aan en draai de connector rechtsom om de kabel vast te zetten.
Zet de laskabel zo goed mogelijk met de hand vast. Als de verbinding van de laskabel los is, kan deze oververhit raken.
2. Duw de beschermgasslang op de aansluiting van de beschermgasslang zodat deze vastklikt.
3. Sluit de stuurstroomkabel aan op de connector. Draai de kraag rechtsom vast.
4. Als u de optionele koelunit hebt, sluit u de koelvloeistofslangen aan op de vervolgslangaansluitingen. De uitlaat- en inlaatconnectors zijn kleurgecodeerd.

5. Bevestig de trekontlasting voor de kabel.

>>  Maak de schroeven van het trekontlastingsblok los om het bovenste deel te openen. Plaats vervolgens het kabelpakket op het blok en zet het vast door het bovenste gedeelte te sluiten en de schroeven terug te plaatsen.

>>  Als dit nog niet gebeurd is, sluit u het trekontlastingsblok aan op de interface aan de achterkant van de draadaanvoerunit.

Leid de kabels netjes naar de draadaanvoerunit.
De tussenkabel wordt warm tijdens het lassen, de kabels moeten voorzichtig worden gehanteerd.

De tussenkabel en de werkstukkabel aansluiten op de stroombron

1. Bevestig de trekontlasting van de kabel (1) aan de bevestigingsplaat aan de achterzijde.
2. Sluit de lasstroomkabel aan op de plusconnector (+) (2) op de stroombron.
3. Sluit de werkstukkabel aan op de minconnector (-) (5) op de stroombron.
4. Sluit de stuurstroomkabel (3) aan op de stroombron.
5. Sluit de beschermgasslang (4) aan op de gasfles.
6. Als u de optionele koelunit hebt aangeschaft, sluit u de vloeistofslangen (6) van de koelunit aan. De slangen hebben een kleurcodering.

Bij de meeste MIG/MAG-toepassingen en lasdraden wordt de lasstroomkabel van de draadaanvoerunit aangesloten op de positieve pool van de stroombron. De polariteit kan gekozen worden door de lasstroomkabel en de aardretourkabel dienovereenkomstig aan te sluiten op de positieve of negatieve aansluitingen op de stroombron.
Voor TIG-lassen moet de polariteit (+/-) worden omgeschakeld. De polariteit kan gekozen worden door de lasstroomkabel en de aardretourkabel dienovereenkomstig aan te sluiten op de positieve of negatieve aansluitingen op de stroombron.
Gebruik de tussenkabel die is ontworpen voor twee draadaanvoerunits, voor het installeren van dubbele draadaanvoerunits.
Controleer of u alle kabels goed hebt aangesloten en vastgezet.

Trekontlasting vervangen

Verwijder en vervang de trekontlasting van het stroombronuiteinde van de tussenkabel:

1.
2.