Het kalibreren van de laskabel
Met de X3 FastMig kan de weerstand van de laskabel worden gemeten met de ingebouwde kalibratiefunctie voor de kabel zonder extra meetkabel. Deze kalibratiefunctie is alleen beschikbaar in de MIG-bedieningsmodus.
![]() |
Kalibratie moet worden uitgevoerd als er nog nooit aan het lasapparaat is gelast of als de totale lengte van de lastoorts, tussenkabel en werkstukkabel minstens 5 meter is gewijzigd. |
1. | Sluit de werkstukkabel aan tussen de stroombron en het werkstuk. |
2. | Verwijder het gasmondstuk van de MIG-lassen. |
3. | Sluit de MIG-lassen lastoorts aan op de draadaanvoerunit. |
4. | Schakel de lasapparatuur in. |
5. | Druk op het functiepaneel op de knop voor het kalibreren van de kabel (lang indrukken van de instelknop voor lasdraad en beschermgas). |
>> Zie X3 functiepaneel voor meer informatie over het functiepaneel van de X3.
6. | Druk op de regelknop op het bedieningspaneel om te starten en raak het gereinigde werkstuk aan met het draadmondstuk van de MIG-lassen. |
>> Volg de voortgangsbalk op het display van het bedieningspaneel.
![]() |
Het is niet nodig om de schakelaar te bedienen. In deze fase is de schakelaarfunctie uitgeschakeld. |
Eenmaal klaar worden de kalibratiewaarden (weerstand en inductantie) op het scherm getoond.