Functiepaneel: Schakelaarlogica

Laspistolen kunnen verschillende bedieningsmodi voor de schakelaar hebben (schakelaarlogica). De meest gebruikelijke zijn 2T en 4T. In de 2 takt houdt u de schakelaar ingedrukt tijdens het lassen. In de 4 takt drukt u op de schakelaar en laat u deze los om te starten of te stoppen met lassen. Zie Schakelaarlogicafuncties voor meer informatie over schakelaarfuncties.

Schakelen tussen 2T- en 4T-schakelaarmodus

1. Druk op de schakelaar modus knop.

Powerlog kiezen (alleen 4T)

Powerlog is niet beschikbaar bij manuele MIG-, DPulse- of MAX-processen.

1. Houd de schakelaar modus knop lang ingedrukt.
2. Maak een keuze uit twee of drie stroomniveaus door aan de rechter regelknop te draaien en hem in te drukken.
3. In het hoofdscherm stelt u de draadaanvoersnelheid, fijnafstelling van lasspanning en dynamiek voor elk niveau in.

>>  Druk op de rechter regelknop om te schakelen tussen de fijnafstelling van de spanning en de dynamiek.

>>  Druk op de linker regelknop om tussen vermogensniveaus te wisselen.

Tip: om Powerlog uit te schakelen en de 2T-schakelaarmodus te activeren, drukt u op de schakelaarmodusknop.