Extra lasparameters
Voor toegang tot de extra lasparameters, waaronder Hot start, Kratervulling en Nastroomregeling (start- en stopparameters) en waterkoeling (optioneel), drukt u op de lasparameters knop rechts op het display van het X3 bedieningspaneel.
De parameters die beschikbaar zijn voor aanpassing zijn afhankelijk van het geselecteerde lasproces en/of lasmodus.
|
Het Puls-MIG-proces is alleen beschikbaar met een stroombron met puls. |
Hot start (Hot start)
1-MIG (A) Puls-MIG MMA Gutsen
Hot start is een lasfunctie die aan het begin van de las een hogere of lagere draadaanvoersnelheid en lasstroom gebruikt. Na de Hot start-periode wijzigt de lasstroom naar tot het normale niveau. Dit ondersteunt het starten van de las, vooral bij aluminium materialen.
Hot start instellen:
|
1.
|
Druk op de lasparameters knop om het lasparameters menu te openen. |
|
2.
|
Draai aan de rechter regelknop totdat het pictogram Hot start onderstreept is. |
|
3.
|
Selecteer Hot start voor aanpassing door op de rechter regelknop te drukken. |
|
4.
|
Draai de rechter regelknop om Hot start AAN of UIT te zetten en druk op de regelknop om te selecteren. |
|
5.
|
Als Hot start is ingeschakeld: Pas de Hot start tijd (s) aan door aan de rechter regelknop te draaien. Bevestig de ingestelde waarde door op de rechter regelknop te drukken. |
|
6.
|
Als Hot start is ingeschakeld: Zodra de Hot start tijd is ingesteld, past u het Hot start niveau (%) aan door aan de rechter regelknop te draaien. Bevestig de ingestelde waarde door op de rechter regelknop te drukken. |
Hot start tijd (1-MIG):
|
•
|
Afstelbereik: 0,1...10,0 s |
|
•
|
Standaardinstelling: 1,2 s |
|
Hot start tijdinstelling is niet beschikbaar met 4T Schakelaarlogica. Raadpleeg Schakelaarlogicafuncties voor meer informatie. |
Hot start niveau (1-MIG):
|
•
|
Afstelbereik: 50...200 % |
|
•
|
Standaardinstelling: 140% |
Aanpassing hot start (MMA, Gutsen):
|
•
|
Afstelbereik: -30...+30 |
|
In MMA en Gutsen is de Hot start aanpassing een gecombineerde fijnafstemming ten opzichte van de standaardinstelling. |
Kratervulling (Crater fill)
1-MIG (A) Puls-MIG
Wanneer met hoog vermogen wordt gelast, ontstaat meestal een krater aan het einde van de las. De kratervulling-functie verlaagt het lasvermogen/de draadaanvoersnelheid aan het einde van de lastaak, zodat de krater kan worden gevuld met een lager vermogensniveau.
Om kratervulling in te stellen:
|
1.
|
Druk op de lasparameters knop om het lasparameters menu te openen. |
|
2.
|
Draai aan de rechter regelknop totdat het kratervulling pictogram onderstreept is. |
|
3.
|
Selecteer kratervulling voor aanpassing door op de rechter regelknop te drukken. |
|
4.
|
Draai de rechter regelknop om kratervulling AAN of UIT te zetten en druk op de knop om te selecteren. |
|
5.
|
Als kratervulling is ingeschakeld: Pas de kratervullingstijd (s) aan door aan de rechter regelknop te draaien. Bevestig de ingestelde waarde door op de rechter regelknop te drukken. |
|
6.
|
Als kratervulling is ingeschakeld: Zodra de kratervultijd is ingesteld, past u het kratervullingseindniveau (%) aan door aan de rechter regelknop te draaien. Bevestig de ingestelde waarde door op de rechter regelknop te drukken. |
Kratervullingstijd:
|
•
|
Afstelbereik: 0,1...10,0 s |
|
•
|
Standaardinstelling: 1,0 s |
Eindniveau kratervulling:
|
•
|
Afstelbereik: 10...150 % |
|
•
|
Standaardinstelling: 30% |
Nastroom (Post current)
MIG (M) 1-MIG (A) Puls-MIG
De instelling Nastroom is van invloed op de draadlengte aan het einde van de las om bijvoorbeeld te voorkomen dat de draad te dicht bij het smeltbad stopt. Daardoor wordt ook de optimale draadlengte bereikt voor het starten van de volgende las.
Nastroom (PC) instellen:
|
1.
|
Druk op de lasparameters knop om het lasparameters menu te openen. |
>> In het handmatige MIG-proces wordt de nastroom direct geselecteerd om af te stellen.
|
2.
|
Alleen 1-MIG en Puls-MIG: Draai de rechter regelknop totdat het meest rechtse (lege) lasparameters menu-item onderstreept is. |
|
3.
|
Alleen 1-MIG en Puls-MIG: Selecteer nastroom voor aanpassing door op de rechter regelknop te drukken. |
|
4.
|
Stel de nastroom in door aan de rechter regelknop te draaien. Bevestig de ingestelde waarde door op de rechter regelknop te drukken. |
|
•
|
Afstelbereik: -30...+30 |
Instelling waterkoeling (optioneel)
MIG (M) 1-MIG (A) Puls-MIG
Om waterkoeling in of uit te schakelen, druk lang op de lasparameters/ waterkoeling knop en draai aan de rechter regelknop om de instelling te wijzigen. Bevestig de instelling door op de rechter regelknop te drukken.
|
•
|
Afstelbereik: OFF/Aut/ON (Aut = Automatisch) |
|
•
|
Standaardinstelling: Aut |
Als ON is geselecteerd, wordt de koelvloeistof continu gecirculeerd en als "Aut" is geselecteerd, wordt de koelvloeistof alleen tijdens het lassen automatisch gecirculeerd.