Gasfles installeren en gasstroom testen
![]() |
Ga voorzichtig om met gasflessen. Als de fles of de rozet beschadigd is, bestaat er risico op letsel. |
![]() |
Zeker de gasfles altijd correct rechtop aan een speciale wandhouder of op de wagen van de lasapparatuur. Houd de gaskraan van de gasfles altijd gesloten als u niet last. |
![]() |
- Als een transportunit met een gasflessenrek wordt gebruikt, installeer dan eerst de gasfles op de transportunit en sluit deze daarna pas aan. - Bevestig het laspistool aan de draadaanvoerunit voordat u de gasfles installeert en test. - Gebruik niet de volledige flesinhoud. - Gebruik altijd een gecertificeerde en geteste regelaar en debietmeter. |
Neem voor de keuze van het gas en de apparatuur contact op met uw plaatselijke Kemppi-dealer.
1. | Zonder gasfleswagen: plaats de gasfles op een geschikte, veilige plaats. |
2. | Met gasfleswagen: Verplaats de gasfles op het gasflesrek van de transportunit en zet hem op zijn plaats vast met de meegeleverde ketting. |
>> Haal de ketting door het bovenste deel van het sleutelgat en laat hem zakken in het smalle deel van het sleutelgat om de ketting vast te zetten.
3. | Sluit de lastoorts aan op de draadaanvoerunit als dat nog niet gebeurd is. |
4. | Sluit de gasslang aan op de draadaanvoerunit. |
5. | Open de gasfleskraan. |
6. | Druk op de gastestknop op het functiepaneel van de draadaanvoerunit om het vorige beschermgas door te spoelen en het nieuwe gas in het systeem te laten lopen. |
>> In de X3 draadaanvoerunit wordt de gastestfunctie geactiveerd door lang te drukken op de selectieknop van de afstandsbediening in het functiepaneel.
![]() |
Gebruik de gastestfunctie ook om te testen of het beschermgas goed door het systeem stroomt. |
7. | Druk nogmaals op de gastestknop om de gasstroom aan te passen. Gebruik een externe debietmeter en regelaar om te meten en af te stellen. |
>> In de X3 draadaanvoerunit wordt de gastestfunctie geactiveerd door lang te drukken op de selectieknop van de afstandsbediening in het functiepaneel.
Aanbevolen gasstroomsnelheden (alleen als algemene richtlijn):
MIG* | |
---|---|
Argon | 10-25 l/min. |
Helium | - |
Argon + 18-25% CO2 | 10-25 l/min. |
CO2 | 10-25 l/min. |
* Afhankelijk van de grootte van het gasmondstuk en de lasstroom.