Gasfles installeren
![]() |
Ga voorzichtig om met gasflessen. Als de fles of de rozet beschadigd is, bestaat er risico op letsel. |
![]() |
Installeer de gasfles eerst op de transporteenheid en maak daarna de aansluitingen. |
Gebruik inert gas, zoals as argon, helium of een argon-heliummengsel, als beschermgas tijdens het TIG-lassen. Controleer dat de gasstroomregelaar geschikt is voor het gebruikte type gas. De stroomsnelheid wordt ingesteld afhankelijk van de lasstroom, de lasnaadvorm en het formaat van de elektrode.
Een geschikte stroomsnelheid voor argongas is normaal gesproken 5 – 15 l/min. Als de gasstroom niet correct wordt ingesteld, verhoogt dit het risico op defecten in de las (poreusheid). Vonkontsteking werkt minder goed als de stroomsnelheid van het gas te hoog is.
Neem voor de keuze van het gas en de apparatuur contact op met uw plaatselijke Kemppi-dealer.
a. | Gasfleskraan |
b. | Stroomregelschroef |
c. | Bevestigingsmoer |
d. | Slangconnector |
e. | Gaspeilindicator |
f. | Gasdebietmeter |
![]() |
Zeker de gasfles altijd correct rechtop aan een speciale wandhouder of op de wagen van de lasapparatuur. Houd de gaskraan van de gasfles altijd gesloten als u niet last. Als het apparaat langere tijd niet zal worden gebruikt, schroef dan de drukregelschroef los. |
![]() |
Gebruik niet de volledige flesinhoud. |
![]() |
Gebruik een beschermgas dat geschikt is voor de lastoepassing. |
![]() |
Gebruik altijd een gecertificeerde en geteste regelaar en gasstroommeter. |