Digitale I/O-uitbreidingskaart
De digitale I/O-uitbreidingskaart biedt 8 digitale ingangen en 8 digitale uitgangen. Deze in- en uitgangen kunnen gebruikt worden om externe apparaten of sensoren aan te sluiten op RCM, of om communicatie tot stand te brengen met een robot die geen veldbusconnectiviteit heeft.
In de onderstaande afbeelding wordt u een overzicht van een digitale I/O-uitbreidingskaart gegeven.
LED-verlichting:
| LED | Omschrijving |
|---|---|
| PWR ON | Status van de externe voeding van de digitale I/O-uitbreidingskaart. |
| IN 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 | Status van de corresponderende ingang van de digitale I/O-uitbreidingskaart. |
| OUT 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 | Status van de corresponderende uitgang van de digitale I/O-uitbreidingskaart. |
Terminals digitale I/O-uitbreidingskaart:
| Terminalreferentie | Terminalnaam, uitbreidingskaartsleuf 1 | Terminalnaam, uitbreidingskaartsleuf 2 |
|---|---|---|
| X1 | Voeding ingang | Voeding ingang |
| X2 | Digitale uitgang 1 | Digitale uitgang 9 |
| X3 | Digitale uitgang 2 | Digitale uitgang 10 |
| X4 | Digitale uitgang 3 | Digitale uitgang 11 |
| X5 | Digitale uitgang 4 | Digitale uitgang 12 |
| X6 | Digitale uitgang 5 | Digitale uitgang 13 |
| X7 | Digitale uitgang 6 | Digitale uitgang 14 |
| X8 | Digitale uitgang 7 | Digitale uitgang 15 |
| X9 | Digitale uitgang 8 | Digitale uitgang 16 |
| X10 | Digitale ingang 1, 2 | Digitale ingang 9, 10 |
| X11 | Digitale ingang 3, 4 | Digitale ingang 11, 12 |
| X12 | Digitale ingang 5, 6 | Digitale ingang 13, 14 |
| X13 | Digitale ingang 7, 8 | Digitale ingang 15, 16 |
Voedingsconfiguratie
Elke digitale I/O-uitbreidingskaart heeft een externe voeding nodig (niet meegeleverd met de AX MIG Welder-apparatuur). De minimale voedingsstroom van de externe voeding wordt bepaald op basis van de uitgangsstroom die wordt opgenomen van de uitgangen en de minimale stroom die wordt opgenomen door de digitale I/O-uitbreidingskaart.
| • | Voorbeeld 1: Als de uitgangsstroom 1 A per uitgang is en alle uitgangen actief zijn, moet de externe voeding minimaal 8,1 A kunnen leveren. |
| • | Voorbeeld 2: Als de uitgangsstroom 0.1 A per uitgang is en alle uitgangen actief zijn, moet de externe voeding minimaal 0,9 A kunnen leveren. |
De pinnen van de voedingsaansluiting zijn:
1. 24 V 2. Aarde 3. 24 V 4. Aarde |
Ingangsconfiguratie
De ingangen op een digitale I/O-uitbreidingskaart zijn passieve ingangen die worden geactiveerd wanneer er 24 V aan wordt geleverd.
De pinnen van een ingangsterminal zijn:
|
1. 24 V 2. Digitale ingang 1, 3, 5, 7 / digitale ingang 9, 11, 13, 15 3. 24 V 4. Digitale ingang 2, 4, 6, 8 / digitale ingang 10, 12, 14, 16 |
In de volgende afbeelding wordt een voorbeeld van de bedrading van een ingang weergegeven:
Uitgangsconfiguratie
Uitgangen op een digitale I/O-uitbreidingskaart zijn voorzien van MOSFET-schakelaars en de uitgangen zijn beveiligd tegen kortsluiting.
Elke uitgang van de digitale I/O-uitbreidingskaart heeft twee uitgangsconfiguratieopties:
| • | De uitgang wordt gebruikt als bronuitgang, zodat 24 V wordt geleverd aan het externe apparaat wanneer de uitgang wordt geactiveerd. |
| • | De uitgang wordt gebruikt als een geïnverteerde 'sink' uitgang, dus wanneer de uitgang zich in inactieve toestand bevindt, levert deze een geaarde verbinding aan het externe apparaat. |
De pinnen van een uitgangsterminal zijn:
|
1. 24 V 2. 'Sinking' uitgang (Aarde) 3. Bronuitgang (24 V) 4. Aarde |
In de volgende afbeeldingen worden de uitgangsconfiguratieopties weergegeven:
|
|
| Configuratie bronuitgang | Configuratie 'sinking' (geïnverteerde) uitgang |
