Stuurstroomkabelconnector voor push-pull lastoorts
Dit hoofdstuk beschrijft de volgorde en het doel van de pinnen in de stuurstroomkabelconnector van de push-pull lastoorts die gebruikt wordt met push-pull lastoortsen van derden.
| Pin | Signaal | Omschrijving |
|---|---|---|
| A | Ingang encoderkanaal A | Ingang voor encoderkanaal A. |
| B | Ingang encoderkanaal B | Ingang voor encoderkanaal B. |
| C | Hall-sensor / encoder 5 V-uitgang | 5 V uitgang voor Hall-sensoren en encoder. |
| D | Hall-sensor 1 ingang | Indgang for Hall-sensor til motorvikling 1. |
| E | Hall-sensor 2 ingang | Indgang for Hall-sensor til motorvikling 2. |
| F | Hall-sensor 3 ingang | Indgang for Hall-sensor til motorvikling 3. |
| G | Analoge sync positieve uitgang | Differentiële analoge spanningsuitgang voor push-pull laspistoolbesturingseenheden van derden. |
| H | Analoge sync negatieve uitgang | Differentiële analoge spanningsuitgang voor push-pull laspistoolbesturingseenheden van derden. |
| J | Motorwikkeling 1 | Uitgang voor motorwikkeling 1. |
| K | Motorwikkeling 2 | Uitgang voor motorwikkeling 2. |
| L | Motorwikkeling 3 | Uitgang voor motorwikkeling 3. |
| M | Hall-sensor / encoder GND | Aarde voor push-pull Hall-sensoren / encoder. |
